Snijbonen klaarmaken is een frisse groente voor elk seizoen
Snijbonen klaarmaken is helemaal niet moeilijk en levert een gezond gerecht op. Deze lange, platte bonen staan bekend om hun frisse smaak en stevige bite. In de supermarkt zie je snijbonen van begin zomer tot ver in de herfst. Ze groeien in Nederland volop op het land en zijn daarom vaak lekker vers verkrijgbaar. Snijbonen zijn lichtgroen van kleur en herkenbaar aan hun platte vorm. Veel mensen eten ze graag als bijgerecht, maar ze passen ook in een stamppot, ovenschotel of salade. Het klaarmaken zelf vraagt geen ingewikkelde technieken. Het enige wat belangrijk is, is een goede voorbereiding.
Goed snijden en schoonmaken zorgt voor de beste smaak
Het wassen en snijden van deze groente is de eerste stap bij snijbonen klaarmaken. Begin met het afspoelen onder koud water, zodat zand en vuil verdwijnen. Snijd daarna beide uiteinden van de boon af. Meestal blijft het sierlijke puntje aan één kant zitten, want dat ziet er mooi uit op het bord. Daarna kun je de bonen in dunne reepjes snijden. Dit gaat makkelijk met een scherp mes of met een speciale snijbonen-molen. Dikke repen geven een grovere structuur, terwijl dunne reepjes de groente snel laten garen. Er bestaan ook voorgesneden varianten, maar zelf snijden geeft vaak de beste smaak en beet.
Koken, stomen of roerbakken: verschillende bereidingswijzen
Bij snijbonen klaarmaken kiezen veel mensen voor koken. Breng water aan de kook en voeg een snufje zout toe. Doe de gesneden snijbonen in het kokende water. Afhankelijk van de dikte zijn ze gaar na 8 tot 13 minuten. Je proeft makkelijk of ze klaar zijn: ze moeten nog een beetje bite hebben. Te lang koken maakt ze slap. Naast koken kun je snijbonen ook stomen. Zo behouden ze meer smaak en kleur. Stomen duurt ongeveer 10 minuten. Roerbakken is ook een goede manier voor wie van een knapperige bite houdt. Verhit een beetje olie in een pan en roerbak de boontjes in 5 tot 8 minuten tot ze beetgaar zijn. Vooral in Aziatische gerechten en salades komt deze bereiding goed tot zijn recht.
Kruiden en smaken die bij snijbonen passen
Snijbonen zijn van zichzelf neutraal, met een licht zoete smaak. Daardoor combineren ze makkelijk met allerlei kruiden en specerijen. Een klontje boter of wat olijfolie na het afgieten maakt ze smeuïger.
Populair is het kruiden met nootmuskaat, zout en wat peper. Ook passen gebakken uitjes, stukjes knoflook of spekreepjes goed bij de boontjes.
In een Oosters gerecht kun je ze combineren met sojasaus, sesam of verse gember.
Wie van variatie houdt, kan de snijbonen mengen met een andere groente, zoals wortelstukjes of maïs. Zo maak je net wat anders van je avondmaaltijd.
Bewaren en restjes opnieuw gebruiken
Overgebleven gekookte snijbonen zijn goed te bewaren in de koelkast. In een afgesloten bakje blijven ze twee dagen vers. Restjes kun je de volgende dag koud eten in een salade, of je bakt ze op met een beetje olie en wat ui. In een stamppot of omelet passen snijbonen ook goed. Zo voorkom je verspilling en maak je een volgende maaltijd snel klaar. Ongekookte bonen kun je rauw een paar dagen koel bewaren, maar wacht niet te lang met bereiden. Hoe verser, hoe lekkerder de smaak en structuur van de groente blijft.
Veelgestelde vragen over snijbonen klaarmaken
-
Hoelang moeten snijbonen koken om gaar te worden? De kooktijd voor gesneden snijbonen is tussen de 8 en 13 minuten in kokend water. Kijk of ze na 8 minuten beetgaar zijn.
-
Kun je snijbonen ook rauw eten? Rauwe snijbonen worden afgeraden. De bonen bevatten een natuurlijke stof die verhit moet worden om ze goed te verteren. Altijd koken, stomen of bakken.
-
Welke kruiden passen goed bij snijbonen? Nootmuskaat, zout, peper, gebakken ui en knoflook zijn klassiekers bij snijbonen. Oosterse smaken zoals sojasaus of sesam gaan er ook goed mee samen.
-
Kun je snijbonen invriezen? Ja, dat kan. Het beste blancheer je de boontjes eerst kort (2 à 3 minuten), spoel ze koud af en vries ze dan direct in. Zo behouden ze hun kleur en smaak.
-
Hoe weet ik of snijbonen vers zijn? Verse snijbonen voelen stevig aan, breken makkelijk en hebben een heldergroene kleur. Slappe boontjes of bruine plekken wijzen op minder verse groente.
