De bekerplant is ook bekend onder de naam Nepenthes. Dit is de wetenschappelijke benaming van deze tropische vleesetende plantensoort. De planten vallen op door hun bijzondere bladeren die zijn gevormd als diepe bekers waarin insecten kunnen vallen. Die insecten worden vervolgens verteerd. De naam Nepenthes komt uit het Oudgrieks en betekent vrij van zorgen. Dat verwijst naar het idee dat deze plant je zorgen weg zou kunnen nemen, wat ooit in verhalen en mythes werd verteld. Tegenwoordig spreekt vooral het exotische uiterlijk tot de verbeelding van plantenliefhebbers.
Hoe verzorg je een bekerplant
Een bekerplant verzorgen vraagt om aandacht voor warmte, licht en water. Deze plant komt uit tropische gebieden en is dus gewend aan veel vocht en een warme omgeving. Fel zonlicht moet je vermijden, want dat kan de bladeren beschadigen. Toch heeft de plant wel voldoende licht nodig om te groeien. Een plek met veel indirect licht werkt het beste. Verder gebruik je bij het water geven geen kraanwater maar regenwater of gedestilleerd water. De plant verdraagt geen kalk en andere stoffen die vaak in kraanwater zitten. De luchtvochtigheid in huis moet zo hoog mogelijk blijven, want droge lucht maakt de plant zwakker. De temperatuur moet altijd boven de twintig graden blijven. Dat is het prettigst voor deze tropische soort. Als de plant gezond is, zie je dat er regelmatig nieuwe bekers ontstaan. Die kun je af en toe voorzien van een klein insect, zoals een fruitvlieg of een mier, maar doe dat met mate.

Hoe heet de vleesetende plant
De term vleesetende plant is een verzamelnaam voor planten die kleine dieren zoals insecten kunnen vangen en verteren. Bekende voorbeelden zijn de bekerplant, de Venusvliegenvanger en de zonnedauw. Ze hebben allemaal een eigen manier om prooien te lokken en vast te houden. De een doet dat met kleverige druppels, de ander met klemmen of valkuilen. Deze planten groeien vaak op plekken waar de bodem arm is aan voedingsstoffen. Ze vullen die tekorten aan door insecten te vangen. Daarom worden ze ook wel carnivore planten genoemd. De bekerplant hoort dus bij deze bijzondere groep en is één van de bekendste soorten.
Hoe verzorg je de Venusvliegenvanger
De Venusvliegenvanger heeft andere wensen dan de bekerplant, maar vraagt ook om nauwkeurige verzorging. Deze plant houdt juist van direct zonlicht en kan daar goed tegen, zolang hij er elke dag een paar uur van krijgt. De grond moet altijd vochtig blijven, maar mag niet te nat worden. Het liefst geef je water in de schotel onder de pot zodat de wortels kunnen drinken zonder dat de plant verdrinkt. Je gebruikt bij voorkeur een mengsel van veenmos en perliet of zand om de juiste bodemstructuur te behouden. Voor voeding heeft deze plant af en toe een kleine vlieg nodig, maar als je niets voert redt hij zich meestal ook wel. Geef hem vooral geen vlees of kunstmest, want daar kan hij ziek van worden. Houd er ook rekening mee dat de vallen van deze plant niet vaak sluiten zonder energie te verliezen, dus laat kinderen er niet mee spelen.
Wat kan ik mijn vleesetende plant voor eten geven
Vleesetende planten hebben geen grote maaltijden nodig. Ze halen voldoende energie uit het zonlicht, net als andere planten. Insecten zijn vooral bedoeld als extra bron van voedingsstoffen zoals stikstof. Je kunt af en toe een kleine vlieg, spin of mier voeren aan je plant. Dat hoeft niet vaak. Eén keer per twee tot drie weken is voldoende. Een gezonde plant vangt vaak zelf al prooien, vooral als je hem buiten zet in de zomer. Let erop dat je niet te veel voert, want dan kan de plant de insecten niet snel genoeg verteren en gaan ze rotten. Dat maakt de plant ziek en kan zelfs delen van de plant laten afsterven. Geef dus liever te weinig dan te veel.





